zondag 11 oktober 2009

Schotten in het denken over arbeid

In mijn dagelijks leven houd ik me bezig met mens en werk. Ziekteverzuim, motivatie, werkdruk, organisatieadvies: u vraagt en wij draaien. Maar periodiek zet ik de boel even stil. Zo af en toe ga ik een dag of wat achter de computer zitten om te kijken waar mijn collega’s mee bezig zijn. Zo blijf je bij. De centrale vraag is dan: waar denken ze dat we arbeid in ons land heen gaan (of zouden kunnen of moeten gaan)? Wat zijn hun ervaringen? En waar denken en schrijven ze over? Typisch een vakantiewerkje. Maar wel nodig, want anders hol je alleen maar achter jezelf en de trend in je eigen bedrijven aan.

Deze keer had ik geluk. Bij diverse vaktijdschriften vonden de redacties het nodig om overzichten te plaatsen van 25 jaar managementtheorie, 25 jaar arbeidspsychologie en 25 jaar arbeidssociologie.

In de eerste plaats valt op hoe welwillend we in Nederland staan tegenover arbeid. En niet alleen daar. Vanuit een zg Rijnlandsmodel zijn Nederland, Duitsland en Zweden geïnteresseerd in wat mensen beweegt. En wat hen tegenzit en hoe dat te verhelpen is. Wist u dat in Zweden in de arbeidspsychologie meer dan 50 procent van de artikelen over stress gaat? Heel interessant en nuttig, maar….er zijn toch wel wat meer onderwerpen van belang.

Dat valt meteen op als je kijkt naar het overzicht van de thema’s die in Engelse en Amerikaanse literatuur wordt behandeld. In die landen overheerst het zg Anglicaanse model wat resulteert in vooral veel artikelen over de thema’s leiderschap en selectie van personeel. Heel zwart-wit gezegd: bij ons gaat de belangstelling uit naar wie het werk doet en daar lijkt de baas de baas en wie diens spoor niet volgt is niet langer welkom dan wel wordt niet eens aangenomen. Bij de Rijnlanders staan vakmanschap, innovatie, samenwerking en lange termijn centraal, bij de Engelandvaarders is de markt de plek waarin op korte termijn winst, status en bonussen te behalen zijn voor topleiders. Veel van onze huidige problemen zijn te herleiden op de triomfantelijke intocht van het Anglicaanse model in onze contreien. Uiteraard is het u en mij bekend dat die anglicaanse visie geleid heeft tot de kredietcrisis. Een goede stelling kan zijn dat het ook heeft geleid tot de teloorgang van de PvdA en de opkomst van ontevredenheid bij werknemers. Maar dat wist u al en in elk geval heb ik dat u al eens gemeld. Maak je een kwadrant van enerzijds de twee bestaande groepen werknemers, de leunende werknemers en de berekenende jobhoppers, en anderzijds, de Rijnlandse en Anglicaanse werkgevers, dan is het ook duidelijk dat we nog veel ongenoegen zullen beleven in dit land. Elk van deze vier groepen kan niet overweg met twee van de andere groepen. Dat de Nederlandse werknemer ontevreden is (gemaakt) is bekend. Maar de strijd tussen deze twee modellen is ook slecht voor de werkgevers. Enkele weken geleden werd bijvoorbeeld bekend dat 40% van de grote bedrijven wel eens managers heeft moeten ontslaan omdat die alleen voor eigen gewin bezig waren en zich weinig gelegen lieten aan zowel de werknemers als het bedrijf waar ze voor werkten. Ook de twee groepen bedrijven kunnen niet met elkaar overweg. Zo zijn de brave bedrijven PCM en de Hema opgegeten en kaalgevreten door Anglicaanse collega’s.

Maar ik was nog niet uitgelezen in de vakbladen. Ook binnen ons Rijnlandje blijken we elkaar niet te begrijpen. Voor zover de arbeidssociologische en arbeidspsychologische onderzoeksresultaten in de managementbladen terecht komen worden deze vrijwel uitsluitend op hun bedrijfskundige effecten beoordeeld. En andersom komen in de sociale vaktijdschriften de bedrijfskundige argumenten in het geheel niet aan de orde. Wetenschap en bedrijfsleven leven in hun eigen wereldje en hanteren andere criteria. De betekenis van het woord “bedrijfsleven” moet daarbij nog eens worden gehalveerd: over ondernemingsraden en zeggenschap in relatie met werk wordt al tien jaar nauwelijks nog geschreven.

En zelfs het woord “geschreven” moet beperkt worden uitgelegd. Het betekent bijvoorbeeld niet dat wat geschreven wordt ook wordt gelezen. Het aantal politici en werkgeversvertegenwoordigers dat zich bezig houdt met werk is nog geen kwart van dat van tien jaar geleden. Zo ontbreekt in de discussie over de pensioengerechtigde leeftijd niet de kennis dat de mensen 10 jaar langer leven maar wel dat ze maar anderhalf jaar langer gezond zijn. De werkgevers lijken te sturen op de komt van de rollatorwerknemer. Stellen ze daar geen prijs op dan wordt alleen de AOW vervangen door de WW. Evenzo ontbreekt de kennis dat nog steeds 25% van de mannen voor zijn vijfenzestigste overlijdt. Een direct gevolg van het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd is daarom een forse toename van oudere alleenstaande vrouwen in de bijstand.

Vincent Vrooland

Geen opmerkingen:

Een reactie posten