maandag 17 mei 2010
Schelmenstreken
Thuis op mijn werkkamer hangt een heuse Opland. Maar liefst 65x50cm groot. Mijn vader kreeg het ter gelegenheid van een journalistieke onderscheiding, begin jaren zeventig. Het is ook echt een product van die tijd. “De krant is het eigendom van de Journalisten”. De journalistiek werd bedreigd door de commercie, ‘one paper cities’ doemden op aan de horizon, de nieuwe media waren nog ver weg. Het is de tijd van ‘redactiestatuten’ die de onafhankelijkheid van de journalistiek ten opzichte van de directie zou moeten waarborgen. Immers: “De krant is het eigendom van de Journalisten”.
Het was ook de tijd van de journalistieke schelmenstreken, waar ik als jonge jongen met rode oortjes naar luisterde, als mijn vader collega’s over de vloer had. Neem deze van Bert de Rijk. Hij zoekt een omroep-bobo, weet waar hij zich schuilhoudt, maar die mag niet worden gestoord. Uiteindelijk probeert hij het nog een keer en stelt zich voor met “De Rijk’s Voorlichtings Dienst”. De subtiliteit van de uitspraak gaat, zoals te verwachten is, verloren. En het contact wordt als de wiedeweerga tot stand gebracht. De verraste omroep-bobo kon er wel om lachen.
De afgelopen week (10-16 mei) heeft de vaderlandse journalistiek zichzelf aardig in de kijker gespeeld. Met het aftreden van een staatssecretaris, de vliegramp in Tripoli en het nieuwe roddelblad “Het Binnenhof” zijn alle registers open getrokken. De goedaardige schelmenstreken van 30, 40 jaar geleden verbleken erbij. Bedoelden we dit nu destijds met “De krant is het eigendom van de Journalisten”? Twee opmerkelijke zaken doen zich daarbij voor. De Telegraaf biedt zijn verontschuldigingen aan voor de weergave van een gesprekje met de enige overlevende! Dat is nog nooit gebeurd. Waarschijnlijk waren de publieksreacties in de nieuwe sociale media veel heftiger dan ze in Sjuul’s Paradijs hadden ingeschat. Want alleen daarvoor hebben ze ontzag. En in het verlengde hiervan roepen sommige verantwoordelijke journalisten, dat er een ‘code’ moet komen. Het voorstel is nog niet eens direct als ‘zelfcensuur’ weggehoond. Ook dat is opmerkelijk.
Voorspellen is moeilijk als het om de toekomst gaat. Wie had 30, 40 jaar geleden de opkomst kunnen voorzien van nieuwe media, die zo’n impact hebben, dat traditionele media in hun voortbestaan worden bedreigd? Maar wie had ook kunnen voorzien dat de journalistiek, ondanks alle getamboereer op journalistieke waarden, zo’n speelbal zou worden van de commercie? Lang heeft men zich ‘eigenaar’ gewaand van het eigen medium, terwijl ze met huid en haar werden overgeleverd aan handige jongens die wat verder keken dan de waan van de dag? Het is niet zo verwonderlijk dat de ene hoofdredacteur na de andere sneuvelt.
De bedreiging van de serieuze journalistiek komt niet van een overheid, die te nadrukkelijk zou vragen om beschaafd tegemoet getreden te worden. Die komt vanuit de journalistiek zelf, die niet goed heeft begrepen wat ‘eigendom’ betekent. Afscherming ervan is niet voldoende, als de waterspiegel stijgt. Ben benieuwd wanneer dat doordringt. En of de commotie van nu ergens toe leidt. De journalistiek staat nu eenmaal niet bekend om zijn zelfreinigend vermogen.
Jeroen Sprenger
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten